Gedurende de eerste levensweken zijn de kittens volledig afhankelijk van de moeder. Ze kunnen zichzelf nog niet warm en schoon houden en hebben de moeder nodig om hun ontlasting en urine kwijt te kunnen. Onderstaand schema geeft globaal weer waar aan gedacht moet worden tijdens de eerste levensweken van de kittens. Deze zaken worden hier verder toegelicht.
Weeg elk kitten
Na de geboorte is het belangrijk elk kitten te identificeren en te wegen.
Omgevingstemperatuur
Pasgeboren kittens kunnen hun eigen lichaamstemperatuur nog niet op peil houden. Na de geboorte koelen ze flink af, zeker doordat ze nog nat zijn. Hoe sneller de poes ze droog likt en ze tegen elkaar aan kruipen, hoe beter dit voorkomen kan worden. De ideale omgevingstemperatuur in de directe omgeving van de pups is weergegeven in de tabel. Voor de moederpoes ligt de ideale temperatuur een stuk lager. Door middel van een warmtelamp in een deel van de ruimte, kan aan de behoefte van zowel kittens als moeder voldaan worden. Hang de lamp op de juiste hoogte, zodat de kittens het niet te warm of te koud zullen hebben. Hangt de lamp te laag, dan kunnen de kittens verbranden! Met een thermometer in de werpkist ter hoogte van de kittens kun je bepalen of de omgevingstemperatuur juist is. Zorg er ook voor dat de kittens niet op de tocht staan. Kittens die het te koud hebben zijn onrustig, piepen, nemen niet toe in gewicht of vallen zelfs af.
Voeding
Melk. De eerste weken van hun leven drinken kittens uitsluitend moedermelk. Deze melk is zeer voedzaam en energierijk. Bovendien zitten in de eerste melk, ook wel biest of colostrum genoemd, afweerstoffen die de kittens gedurende hun eerste levensweken beschermen tegen verschillende ziektes. Het is dus belangrijk dat een kitten al vrij snel na de geboorte gaat drinken bij de poes. Gezonde kittens zullen al snel nadat ze door de poes zijn schoongelikt op zoek gaan naar een tepel. Het is belangrijk om te controleren of kittens voldoende drinken. Na het drinken dient het kitten rustig te gaan slapen en een gevuld buikje te hebben. Langdurig piepen en onrust kan op honger duiden. Om te weten hoeveel een kitten gedronken heeft, kan deze voor en na het drinken gewogen worden.
Soms kan een kitten te weinig melk drinken, bijvoorbeeld als de poes te weinig melk geeft of het kitten ziek is. In dat geval is het mogelijk om de kittens bij te voeren met kunstmelk. Er zijn verschillende melkvervangende preparaten op de markt, bijvoorbeeld Esbilac® (te koop in de kliniek of via www.dierapotheker.nl). In de eerste week moeten ze minimaal 8x daags gevoerd worden, om de 2 tot 3 uur, dus óók ‘s nachts. Bij kittens die nog wel wat melk bij de moeder drinken kan men dan bijvoorbeeld 4x daags bijvoeren met kunstmelk. Er zijn formules om uit te rekenen hoeveel voeding een kitten nodig heeft. Een richtlijn voor de hoeveelheid kunstmelk wordt aangegeven op de verpakking. Dit kan per situatie echter verschillend zijn! Naarmate de kittens zwaarder worden, dient de hoeveelheid melk steeds verhoogd te worden. Het bijvoeren kan met een voedingssonde in de maag of met een speciale fles met speen voor kittens. Doe dit voorzichtig, het kitten kan zich anders makkelijk verslikken.
Vaste voeding. Vanaf 3 tot 4 weken na de geboorte kunnen de kittens langzamerhand bijgevoerd worden met vaste voeding speciaal bestemd voor kittens. In eerste instantie blikvoer en later brokjes. Geef ze 5 tot 6 keer per dag voeding in een schotel waar de kittens samen uit kunnen eten. Vanaf een leeftijd van 6 tot 8 weken zijn de kittens volledig over op vaste voeding en kunnen ze gespeend worden. Het aantal voedingen kan dan naar 4 keer per dag tot 3 maanden leeftijd. Daarna 3 keer per dag tot 6 maanden leeftijd en daarna naar 2 keer per dag. Jonge kittens mogen wettelijk vanaf 7 weken bij de moeder weggehaald worden, vaak is het verstandiger dit uit te stellen tot een leeftijd van 10-11 weken. Kittens die te vroeg bij de moeder weggehaald worden, hebben een grotere kans op gedragsproblemen.
Voor een optimale groei en gezondheid is een uitgebalanceerde voeding van groot belang. Te weinig, te veel of verkeerde voeding kan ernstige gevolgen hebben voor de rest van zijn leven.
Groei
Bij een gezond kitten zal het gewicht vanaf de geboorte continue toenemen. Een kitten dat meer dan 10% van zijn lichaamsgewicht verliest, loopt risico te sterven en moet worden bijgevoerd. Weeg de kittens dus in de eerste 24 uur na de geboorte en daarna dagelijks. Na 9 dagen dient het kitten in gewicht verdubbeld te zijn. Voor een betrouwbare weging moeten de kittens elke dag rond hetzelfde tijdstip gewogen worden op een nauwkeurige weegschaal. Noteer de gewichten, zodat een groeicurve gemaakt kan worden. Het stagneren van de groei is vaak het eerste teken dat er problemen zijn. Door het gewicht goed bij te houden is men vroeg gewaarschuwd en kan tijdig worden ingegrepen.
Ontlasting en urine
De eerste 2 tot 3 levensweken zijn de kittens nog niet in staat zelf te ontlasten of urineren. De moeder zal dit stimuleren door de kittens te likken op hun buik en rond de anus. Houd in de gaten of dit ook gebeurt. Bij moederloze kittens kunt u het gedrag van de moeder nabootsen door met een vochtig watje over de buik en rond de anus van het kitten te wrijven.
Diarree komt geregeld voor bij kittens en kan allerlei oorzaken hebben, zoals een voerverandering, verkeerde voersamenstelling en allerlei infecties. Onafhankelijk van de oorzaak is het belangrijk om tijdig in te grijpen. Kittens kunnen namelijk snel uitdrogen. Neem dan ook contact op met de dierenarts in geval van diarree.
Hygiëne
Om de kans op infecties zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk het nest (werpkist) goed schoon te houden. Moederpoezen zullen vaak de ontlasting van de kittens opeten, zodat het nest schoon blijft. Maak ook zelf het nest minimaal eenmaal daags schoon.
Ontworming
Vrijwel alle poezen hebben ‘slapende’ (geïnhibeerde) spoelwormlarven in hun lichaam. In tegenstelling tot pups, worden kittens nog niet in de baarmoeder besmet. Wel kunnen ze via de melk besmet worden. Kittens kunnen erg ziek worden van een wormbesmetting en zelfs sterven. Om dit te voorkomen is het belangrijk om alle kittens meerdere keren te ontwormen op 3, 5, en 7 weken leeftijd. Er zijn speciale ontwormingsmiddelen voor kittens op de markt. Ook de poes kan dan meteen samen met de kittens ontwormd worden. Het heeft geen zin om de poes tijdens de dracht extra te ontwormen, omdat de ‘slapende’ spoelwormlarven hiermee niet worden aangepakt.
Vaccinatie
De eerste levensweken worden kittens tegen verschillende ziektes beschermd door afweerstoffen die ze binnenkrijgen via de moedermelk (zorg er dus voor dat de moeder goed gevaccineerd is!). De hoeveelheid afweerstoffen neemt daarna geleidelijk af en het kitten zal zelf afweerstoffen moeten aanmaken om beschermd te blijven. Het is daarom belangrijk om de kittens op tijd te vaccineren. De basisenting voor kittens bestaan uit een serie van twee vaccinaties: de eerste op 8-9 weken leeftijd en de tweede op 12-13 weken leeftijd. Het herhalen van de vaccinatie heeft meerdere redenen: het immuunsysteem van het kitten is nog niet volledig ontwikkeld, sommige vaccins geven na eenmalige vaccinatie onvoldoende bescherming en afweerstoffen die de kittens van de moeder hebben gekregen kunnen de vaccinatie hinderen. De kittens zijn dan ook pas volledig beschermd na deze serie van twee vaccinaties.
Chippen
Bij het chippen wordt er onderhuids een microchip ingebracht met een identificatienummer dat kan worden uitgelezen. Zo kan de eigenaar altijd worden teruggevonden. Bij katten is chippen niet verplicht, maar wel aan te raden als zij naar buiten gaan.
Fokken met raskatten
Bij het fokken van raskatten met stamboom zijn er vaak extra eisen die gesteld worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bloedtest voor FIV/FeLV. Neem contact op met de rasvereniging voor de meest actuele eisen.
Vragen?
Neem gerust contact met ons op: [email protected]
Drs. Desiree Lahaye
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl