Wat is het?
De laatste paar jaren horen we vaak de termen ‘titerbepaling’, ‘titeren’ en ‘vaccicheck’ voorbijkomen in de praktijk. Waar gaat dit nou eigenlijk over? Bovenstaande termen verwijzen naar het bepalen van een ‘titer’ bij een dier. De titer is een maat voor de hoeveelheid afweerstoffen in het bloed. Als deze titer boven een bepaalde waarde uitkomt, dan is de bescherming nog voldoende. Als deze lager is, dan is de bescherming onvoldoende en is vaccinatie nodig.
Hoe wordt de titer bepaald?
We zullen in de spreekkamer een klein beetje bloed afnemen bij uw hond. Dit bloed wordt in ons laboratorium middels de zogenaamde ‘Vaccicheck’ onderzocht. Dit is de meest gebruikte sneltest in Nederland. De test geeft een uitkomst van S0 tot S6. Hierbij Staan S0 en S1 voor onvoldoende bescherming. S2 staat voor zwak positief en S3 of hoger staat voor positief. De uitslag krijgt u dezelfde dag nog per telefoon en wordt (inclusief het teststripje) in het paspoort van uw hond geschreven. Ook wordt er met u een afspraak gemaakt voor vaccinatie indien uit de test komt dat dit nodig is. Het is belangrijk om te beseffen dat de vaccinaties tegen rabiës, leptospirose (ziekte van Weil) en kennelhoest onafhankelijk van de uitslag gedaan worden.
Voor welke ziektes kan een titer bepaald worden?
Met de Vaccicheck wordt de titer bepaald voor hondenziekte (Canine Distemper Virus, CDV), besmettelijke leverontsteking (Hepatitis Contagiosa Canis/HCC of Canine Adenovirus type-2/CAV-2) en parvovirus. Bij deze ziektes is er een verband aangetoond tussen de hoogte van de titer en bescherming tegen ziekte. Voor andere ziektes (leptospirose en kennelhoest) bestaat dit verband niet en heeft het geen zin om de titer te bepalen. Voor rabiës kan wel een titer bepaald worden. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan als een hond naar bepaalde landen moet reizen, om te bewijzen dat hij goed beschermd is. Deze titer wordt echter in een speciaal EU erkend laboratorium bepaald.
Wat zegt de uitkomst van de test over de bescherming?
De test geeft een uitkomst van S0 tot S6. De hoogte van de titer is een momentopname en is geen maat voor de beschermingsduur. De testen die gebruikt worden geven dus geen zekere garantie voor de beschermingsduur en zijn minder geschikt om een interval tussen vaccinaties te bepalen. De WSAVA (World Small Animal Veterinary Association) heeft in 2016 richtlijnen uitgebracht waarin een maximaal interval van 3 jaar kan worden afgegeven. Dit is in de Nederlandse consensus uit juli 2017 ook opgenomen. Wij houden ons aan deze richtlijnen.
Hierbij staan S0 en S1 voor onvoldoende bescherming. Dit betekent dat dan gevaccineerd dient te worden. S2 staat voor zwak positief. Vaccinatie is niet direct nodig, maar herhaling van de titerbepaling dient na 1 jaar te gebeuren. De waarde S3 of hoger staat voor positief en herhaling van de titerbepaling kan na 3 jaar plaatsvinden. Wij kunnen geen langere beschermingsduur aangeven, omdat dit niet onderbouwd is en de kans aanwezig is dat de hond dan voor langere tijd onbeschermd zal zijn.
Hoe betrouwbaar is de test?
De Vaccicheck is een zeer gevoelige test die zorgvuldig uitgevoerd dient te worden. Indien de geadviseerde tijden en temperaturen nauwkeurig worden opgevolgd, kan de test als voldoende betrouwbaar worden beschouwd. De interpretatie van de test (het aflezen van een kleuromslag) kan nu objectief worden uitgevoerd.
Wat zijn de kosten?
De kosten van de test zijn veelal vergelijkbaar met de prijs die u voor een vaccinatie betaalt. Hier bovenop komen de kosten voor de vaccinatie tegen de ziekte van Weil, kennelhoest, rabiës en eventueel voor de ziektes die de test aangeeft. De totale kosten zullen dan mogelijk hoger zijn dan u gewend bent. Hier tegenover staat dat we dan daadwerkelijk maatwerk kunnen leveren. Het voorkomt onnodig vaccineren en maakt de kans op bijwerkingen daarmee nog kleiner.
Wat is het juiste moment voor een titerbepaling?
Een titerbepaling kan gedaan worden om te bepalen of een vaccinatie echt nodig is. Waarom zouden we het immuunsysteem van onze hond onnodig belasten? Hoe lang een vaccin beschermt, is per hond verschillend. Met een titerbepaling kunnen we dus maatwerk leveren. Bij oude dieren, zieke dieren, dieren die in het verleden een bijwerking hebben gehad of dieren waarvan onbekend is of ze in het verleden zijn gevaccineerd, kan de titerbepaling aantonen of vaccinatie strikt noodzakelijk is.
Is de vaccinatie aangeslagen?
Een titerbepaling is ook belangrijk om te beoordelen of een vaccinatie wel goed is ‘aangeslagen’. Er zijn honden die pas na meerdere vaccinaties voldoende bescherming hebben of die zelfs helemaal niet beschermd zijn. Met zo’n titerbepaling kunnen we dan beoordelen of hervaccinatie gewenst is. Een goed voorbeeld is het titeren van pups rond 18-20 weken leeftijd. De afweerstoffen die de pup van de moeder meegekregen heeft, zullen dan vrijwel verdwenen zijn. Wanneer pups volgens het ‘normale schema’ gevaccineerd zijn (op 6, 9 en 12 weken), kan het soms zo zijn dat ze toch nog onvoldoende bescherming hebben opgebouwd. Dit blijkt bij 10-15% van de pups zo te zijn. Zonder titerbepaling rond 18-20 weken zouden we dat niet weten en lopen de pups totdat ze 1 jaar zijn, onvoldoende beschermd rond. Dit is vooral een risico wanneer de hond opgroeit in een omgeving waar de kans op besmetting groot is (kennels/pensions).
Ons advies
In juli 2017 is een consensus uitgebracht over vaccineren en titerbepalingen. Hierin staat dat bij pups een goede basisvaccinatie de voorkeur verdient boven titerbepalingen. Bij pups is dat dan op 6, 9 en 12 weken leeftijd en daarna een booster op 6-12 maanden leeftijd. De kans dat pups onbeschermd rond zullen lopen, is dan het kleinst. Wij adviseren dan ook om pups volgens de huidige richtlijnen te vaccineren en de titerbepalingen bij volwassen honden uit te voeren.
Hoe zit het met pensions, asielen, wedstrijden en shows?
Er zijn een aantal wettelijke bepalingen. Honden die in een pension, asiel of fokkerij verblijven moeten gevaccineerd worden tegen parvovirus, distemper en besmettelijke leverontsteking. Pensions en asielen kunnen zelf ook nog aanvullende eisen stellen voor vaccinatie, bijvoorbeeld tegen kennelhoest. De vaccinaties dienen hierbij volgens de bijsluiter van het vaccin worden toegediend. Een titerbepaling als alternatief voor vaccinatie is op dit moment nog niet wettelijk vastgelegd. De overheid is hiervoor in overleg met de KNMvD om de regelgeving en voorwaarden vast te stellen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geeft aan dat titerbepalingen ingezet mogen worden om aan de vaccinatieplicht te voldoen. Op dit moment is het nog verplicht dat hond minimaal 1 keer gevaccineerd is. De beschermingsstatus kan wel gecontroleerd worden middels titerbepalingen.
De Raad van Beheer geeft aan dat een titerbepaling voor shows geaccepteerd wordt wanneer de dierenarts in het paspoort aangeeft dat de hond op basis van een titerbepaling voldoende beschermd is en hier een geldigheidstermijn aan koppelt. De DIBEVO (belangengroep waar pensions en uitlaatservices onder vallen) staat een juiste titerbepaling ook toe en geeft aan dat er geen reden is om deze niet te accepteren.
Vragen?
Neem gerust contact met ons op, bel 077-3982169 of email: dierenarts@daphorst.com
Drs. Daphne Boet
Dierenartsenpraktijk Horst
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl
Bronnen:
Paul Overgaauw, Maico Boumans, Herman Egberink. Hond en kat vaccineren of eerst serologisch testen? Consensus n.a.v. een rondetafelgesprek. 19 juli 2017. https://www.knmvd.nl/hond-en-kat-vaccineren-eerst-serologisch-testen/
Webinar ‘Immunologisch vaccineren’, dinsdag 29 maart 2017. Zoetis met Herman Egberink.
Day MJ, Horzinek MC, Schultz RD, Squires RA. WSAVA Guidelines for the vaccination of dogs and cats. J Small Anim Pract 2016; 57: E1-E45
Vaccicheck informatiebrochure, 2017, NML Health