Waarom castratie van de rammelaar?
Konijnen die in huis gehouden worden zullen over het algemeen gecastreerd/gesteriliseerd moeten worden. Tussen 3½ en 9 maanden komen konijnen in de puberteit. Bij mannetjes betekent dit vaak extreem sproeigedrag. Ze hebben een sterke neiging om hun territorium af te bakenen. Dit betekent dat het konijn ook over kleren en schoenen sproeit, van het mens dat hij als “eigendom” ziet. Het heeft niets met zindelijkheid te maken, maar alles met hormonen.
Territoriaal gedrag kan ook ineens optreden wat de kooi betreft. Mocht eerst eten neergezet worden, of geaaid als het konijn in de kooi zit, plotseling gaat het konijn grommen en bijten om zijn territorium te verdedigen. Op dit moment ziet het konijn de hand niet meer als de hand van de mens waarvan hij houdt, maar als “iets wat zijn territorium binnendringt”. Vaak gebeurt het dat het konijn na het bijten bij zinnen komt, schrikt van zijn gedrag en schuldbewust de hand gaat likken. Om de volgende dag weer precies hetzelfde te doen. Hier kan castratie helpen, omdat dit puur hormonaal gedrag is. Ook het sproeien zal na castratie verdwijnen.
Gestamp?
Als er meer konijnen in huis gehouden worden is castratie noodzakelijk. Ongecastreerde konijnen, ook broertjes, zullen vechten op leven en dood. Vanaf ongeveer 3 maanden ontstaat territoriumdrift en dominantiebepaling. De gevechten gaan om te bepalen wie de baas is, dus wie het territorium beheerst. Broertjes, of mannetjes die vanaf heel jong samen zitten, moeten op de leeftijd van 3 maanden gescheiden worden, met 5 maanden gecastreerd worden, en een paar weken na de castratie weer aan elkaar gewend worden. Om ze niet teveel van elkaar te laten vervreemden moeten ze in de scheidingsperiode wel contact kunnen houden met elkaar, ze moeten elkaar kunnen zien en ruiken, en indien mogelijk gescheiden door gaas tegen elkaar aan kunnen liggen. Ze zullen niet kunnen vechten en ze hebben beiden hun eigen territorium. Als de konijnen nerveus van elkaar worden, wat zich kan uiten door gestamp, is het beter de kooien iets uit elkaar te zetten, maar zo dat ze nog steeds elkaar kunnen zien en ruiken. Als ze helemaal geen contact meer met elkaar zouden hebben gedurende lange tijd, zullen ze elkaar na de castratie als vreemde konijnen zien, en kunnen alsnog gevechten uitbreken.
Na castratie kunnen de mannetjes nog gedurende 3 weken vruchtbaar zijn! Houd konijnen dus nog enkele weken apart om te voorkomen dat ze zich alsnog voortplanten.
Waarom sterilisatie van de voedster?
Met vrouwtjes is het precies hetzelfde. Lijkt het altijd koek en ei te zijn met twee zusjes, ineens kunnen om hormonale redenen gevechten uitbreken. Vrouwtjes hebben net zo goed territoriumdrift en dominantiebepaling. Vaak gaat het er niet zo heftig aan toe als bij mannetjes, maar kunnen van tijd tot tijd toch in gevecht losbarsten. En elkaar erg verwonden. Ook kunnen ze sproeigedrag vertonen en overal territoriale keutels achterlaten. Als twee vrouwtjes steeds vechten moeten ze ook gescheiden worden. Sterilisatie is de oplossing voor dit gedrag. Vrouwtjes kunnen vanaf 6 maanden gesteriliseerd worden. Na de sterilisatie duurt het nog even voordat de hormonen verdwenen zijn. Daarna kunnen de vrouwtjes weer aan elkaar gewend worden. Net zoals de mannetjes moeten de vrouwtjes in de scheidingsperiode zoveel mogelijk contact kunnen houden.
Sterilisatie is ook ten zeerste aan te raden als er geen plan is het vrouwtje een nestje te laten krijgen. Vrijwel alle voedsters die niet gesteriliseerd zijn krijgen op latere leeftijd baarmoederkanker. Door sterilisatie kan dit worden voorkomen. Lees hierover meer in het desbetreffende hoofdstuk.
Algemene informatie over narcose en operatie
Een konijn mag beslist nooit vasten voor een operatie! Dit kan zorgen voor stilliggende darmen. Een konijn moet altijd voedsel in de darmen hebben. Dus het is goed om het konijn gewoon voor de operatie te laten eten, en tot het allerlaatst hooi tot zijn beschikking te geven. Andere dieren (honden en katten) moeten voor de narcose nuchter zijn, omdat ze anders kunnen braken en voedsel in de longen terecht kan komen. Konijnen kunnen niet braken en lopen dit risico dus niet. Na de operatie moet het konijn in een warme omgeving bijkomen, dus op een warmtematje, of onder een warmte lamp.
Elk geopereerd konijn, wat voor operatie dan ook, moet na de operatie in huis gehouden worden. Het moet een warme plek hebben. Een konijntje dat onder narcose is geweest, is niet in staat zijn/haar lichaamstemperatuur te regelen, en loopt het gevaar op onderkoeling. Een gecastreerd konijn dat op kranten moet zitten kan beter een dekentje of een oude handdoek gegeven worden, dat is warmer en prettiger.
Nog een reden om het konijn in de huiskamer te houden is dat je zo goed kunt opletten of zij/hij weer gaat eten en drinken. Dit moet dezelfde dag nog het geval zijn. Het is zaak dat een konijn binnen 12 uur na de operatie weer gaat eten. Een konijn dat langer dan 12 uur geen voedsel in de darmen krijgt, raakt in de problemen. Een konijn dat een paar uur na de operatie nog niets drinkt, moet water gegeven worden met behulp van een spuitje.
Het is het beste om regelmatig voedsel aan te bieden. Peterselie, selderie, blaadje andijvie (als het konijn gewend is om groenvoer te eten!) smaakt een ziek konijn meestal beter dan droogvoer. Hooi moet bij het konijn neergelegd worden zodat het makkelijk kan eten. Een extra bak water moet neergezet worden, omdat het zwakke dier misschien geen zin heeft om uit een flesje te drinken. Geef het konijn een paar uur na de operatie drinken met een spuitje. Als het konijn 12 uur na de operatie nog niet eet, ook geen hooi, moet het gedwangvoerd worden. Dit kan bijvoorbeeld met Critical Care®.
Een konijn zonder pijn zal eerder weer gaan eten, en snel helemaal opknappen. Informeer dus bij de dierenarts of er een pijnstiller gegeven is, en vraag een extra pijnstiller mee naar huis. Pijnbestrijding bij een konijn is heel erg belangrijk, steeds meer dierenartsen komen gelukkig tot dit besef.
Vragen?
Drs. Maaike Fennis
Thuisbezorgservice: www.dierapotheker.nl