Wat is een cavia?
De cavia komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en werd in de16e eeuw in Europa geïmporteerd, waarschijnlijk via Suriname. De vacht kan zowel glad als ruw en kort- als langharig zijn. Cavia’s worden ten onrechte nogal eens marmot genoemd. De echte marmotten zijn de ‘mulmeltiere’ die in de alpen voorkomen.
De cavia is een knaagdier en heeft steeds doorgroeiende tanden. Door slijtage worden ze niet te lang. Soms slijten ze onvoldoende en kunnen ze gebitsproblemen geven. Een mannelijke cavia wordt een beer genoemd, een vrouwelijke cavia een zeug.
Voor uitgebreide informatie over aanschaf en huisvesting van cavia’s, kijk ook op
LICG.
Gedrag
De cavia is een groepsdier met een duidelijke hiërarchie onder de beertjes. Bij de vrouwtjes (zeugjes) komt dit verschijnsel veel minder of niet voor. Beertjes in de groep worden door de dominante beer in de groep geduld maar als zij avances maken naar zeugjes zullen zij worden verjaagd.
Hanteren
De cavia is een goed te hanteren dier dat niet zo snel zal bijten. Hij moet met beide handen worden opgepakt. Het beste is het dier rond de schouders te pakken en met de andere hand het onderlichaam te ondersteunen. Vooral bij drachtige cavia’s is het belangrijk het onderlichaam te ondersteunen omdat dit erg zwaar wordt. Bij zware of drachtige dieren bestaat namelijk het gevaar dat de vingertoppen in de buikholte een leverscheuring veroorzaken met als gevolg een inwendige bloeding met dodelijke afloop.
Voortplanting
Meestal past men polygame fok toe van 1 beertje met 4 à 5 zeugjes. Cavia’s maken geen nest maar verschuilen zich graag in hooi, dat dus ook beschikbaar moet zijn. Dat beschermt bovendien de pasgeboren jongen tegen afkoeling. Pasgeboren cavia’s zijn meer volgroeid dan bij anderen knaagdieren het geval is. Het zijn nestvlieders. Bij de geboorte zijn de jongen al behaard, de ogen zijn open en het gebit is ontwikkeld. Kort na de geboorte kunnen de jongen al voer opnemen en water drinken. Hoewel het zeugje maar 1 paar tepels heeft, kan ze goed nesten van 3 a 4 jongen groot brengen.
Fokgegevens
- Geslachtsrijp: vanaf 4-7 weken. Haal de mannetjes dus op tijd (voor de 4 weken leeftijd) weg bij de moeder en zusjes!
- Fokrijpheid: 3 maanden (beer), 5 maanden (zeug). Vrouwelijke dieren moeten op jonge leeftijd (vóór de 6-8 maanden leeftijd) gedekt worden. Gebeurt dit later, dan kan het geboortekanaal te klein zijn en kunnen de jongen niet goed geboren worden. Dan zal een keizersnede nodig zijn.
- Draagtijd: 59-72 dagen. Cavia’s zijn nestvlieders en de jongen worden met haar geboren.
- Nestgrootte: 1-6 jongen (gemiddeld 4)
- Geboortegewicht: 70-100 gram
- Speenleeftijd: 3-4 weken
- Volwassen gewicht: beertje: 950-1200 gram, zeugje: 700-850 gram
- Levensverwachting: 4-5 jaar (max. 8 jaar)
Hoe verzorg je een cavia?
Het lijkt zo makkelijk om een cavia te houden. Op zich is het dat ook wel maar het vraagt wel tijd, consequent handelen en aandacht. Vooral de huisvesting en de dagelijkse voeding zijn van belang. Daarom staan we daar hier even nader bij stil.
Huisvesting van de cavia
Cavia’s worden het best in grote, vlakke kooien gehouden. Ze moeten zich kunnen verschuilen, bijvoorbeeld in hooi of onder een afdakje. Als bodembedekking kunnen houtkrullen, hooi of zaagsel gebruikt worden. Zaagsel heeft als nadeel dat het zich bij de beertjes kan ophopen onder de voorhuid van de penis en daar een chronische ontsteking veroorzaken.
De ideale omgevingstemperatuur is 20-24 °C. Ze kunnen goed tegen lagere temperaturen als ze een goede bodembedekking hebben. Cavia’s zijn slecht bestand tegen hoge temperaturen. Deze mag zeker niet hoger zijn dan 30 graden.
Voeding van de cavia
Cavia’s missen een enzym dat nodig is om vitamine C te maken. De cavia heeft dus dagelijks aanvoer van vitamine C nodig: minimaal 10 mg per kg lichaamsgewicht per dag. Dit is niet het geval bij het konijn. Konijnenvoer kan dus niet aan cavia’s kan worden gegeven zonder dat extra vitamine C wordt verstrekt. Cavia voeding bevat extra toegevoegd vitamine C, maar dit alleen is onvoldoende. Fruit en groenvoer zijn hiervoor geschikt, maar vitamine C kan ook met een tabletje worden gegeven. Veel cavia’s zien dit echt als een snoepje!
Cavia’s zijn planteneters. Hoewel hooi vaak als voedsel wordt gegeven, moet het zodanig worden verstrekt dat de cavia het tevens als beschuttingsmateriaal kan gebruiken. Wat hooi en appel zijn vaak onmisbaar voor een goede conditie. Bij verstrekken van groenvoer moet men oppassen geen ziekten in te brengen. Cavia’s zijn kieskeurige eters. Ze kunnen eten en drinken weigeren als het voedsel of de voerbak zijn veranderd. Ze zijn ook slordige eters. Ze morsen veel en doen hun behoeften in de voerbak. Het voedsel moet dus vaak worden ververst en de voerbak moet regelmatig worden schoongemaakt. Ook waterflessen met liefst roestvrij stalen drinktuiten moeten vaak worden gereinigd, omdat cavia’s in de fles terugspuwen. Water en voer moeten vrij ter beschikking staan.
Dierenartsenpraktijk Horst adviseert de
Supreme Science Selective voeding voor uw cavia. Deze is bij Dierapotheker.nl te bestellen.
Vragen?
Neem gerust contact met ons op:
info@dierapotheker.nl
Drs. Robin Holle